Aan de hand van het boekje Zo doe je dat van J.J. Beljon (subtitel: Grondbeginselen van vormgeving) probeer ik te achterhalen hoe mijn persoonlijke compositieleer eruit ziet. De basisprincipes zijn: vorm, kleur, vlakte/diepte, betekenis.
Vragen komen op; keuzes worden gemaakt, waarbij het steeds gaat om voorkeuren bij het ontwerpen, zoals:
* welke vorm(-en)
* welke kleur(-en) en bij het inkten: opaak of meer transparant
* minimalistisch en/of half- of heel bladvullend
* vrij liggende en/of elkaar overlappende vormen
* in balans of bewust verstorend
* vragen oproepend of heldere betekenis
Dit is gerelateerd aan mijn ‘missie’: uitdrukking geven aan wat mij in het creatieve proces ‘aanstuurt’ , te weten de essentie van zijn: schoonheid, natuur, het al, eenheid .
Samen met een vriendin kijk ik in 2020 naar een nieuw werkje, Eucalyptusblaadjes, monotype 15/21 cm, afbeelding hierboven.
Zij: hij is af, niets meer aan doen. Ik weet het niet. Ik kijk naar de basisprincipes:
Vorm: naturalistisch (het zijn zelfs afdrukken van echte blaadjes)
Kleur: min of meer realistisch in groen/bruin tinten
Vlakte/diepte: tamelijk vlak
Betekenis: voor mij vooralsnog een vraagteken
Voor wat betreft de vragen/keuzes constateer ik: tamelijk minimalistisch, vormen overlappen elkaar, er is balans. Maar voor wat betreft betekenis, daarbij stel ik vooralsnog een vraagteken. Vragen mogen er zijn. Die of een werk af is, is wel een lastige. Het risico bestaat om te lang door te gaan, waardoor de spanning eruit gaat. Een werk is pas af als ik volmondig ja! kan zeggen. Het werk van de foto bovenaan (juli 2020) bestaat niet mee, te lang in doorgewerkt.
Hieronder een recente monotype, de inkt is nog een beetje nat. De blaadjes zijn terug! Nu bladvullend, overlappend waardoor diepte wordt gecreëerd, in balans en voor mij heeft dit werkje betekenis.
Saint-Ambroix, 14 april 2021