een gesprek om tot zelfinzicht te komen

Zij begint te vertellen:
“Ik ben 4 jaar en het is mijn eerste kleuterschooldag. Ik loop aan de hand van mijn bijna tweelingbroertje. Hij weet de weg. Waar is mijn moeder? We gaan naar de Jan Ligthartschool. Wie is Jan Ligthart? Als het kleuterklasje uitgaat zoek ik tussen de andere moeders de mijne. Ze is er niet. Thuis zijn wij niet de enige twee kinderen; er is een heel clubje oudere en mijn jongste broertje ligt nog in de wieg. Toch voel ik mij vaak eenzaam.
’s Nachts in het donker durf ik, bang als ik ben, niet naar mijn ouders te gaan. Het zusje dat het dichtst bij mij in leeftijd zit, speelt niet met mij. Zij maakt ruzie met mijn moeder, waar ik niet tegen kan. Ik trek mij terug in mijn cocon, speel moedertje met mijn poppen. Het bruine popje met zwarte krulletjes is mijn favoriet, waar is zij gebleven? Het enige wat mij nog rest is het tot op het bot versleten poesje, het staartje hangt er treurig bij. Grappenderwijs word ik het vondelingetje genoemd, omdat ik donker oog, mijn zusjes zijn blond. Ik vind het helemaal niet grappig, voel me buitengesloten. Mijn poppenwagen, bekleed met groenwit geblokte stof, en mijn poppen zijn mijn troost. Ik ga met ze uit wandelen en zing liedjes voor ze. Ik naai poppenkleertjes, poppenhanddoekjes en poppenwashandjes.”

Hier verschijnen al de eerste mogelijke signalen van haar type, lees karakterstructuur, in het Enneagram. Want dat was de vraag, waarmee zij binnenkwam: “Waarom reageer ik zo in bepaalde situaties? Waarom sla ik dicht als iemand boos doet? Waarom speelde ik liever alleen en nam ik nooit leiding in het spel met anderen? Waarom kan ik niet onbeperkt genieten?” Enzovoort.

Ook de adolescentietijd kan licht doen schijnen op je Enneagramtype.
Zij vervolgt: “Op de middelbare school had ík geen vriendinnen, met wie je alles deelt. Twee klasgenootjes waren echte boezemvriendinnen, ik was er jaloers op. Ik verlangde er naar, maar bleef in mijn cocon, opgesloten in mijzelf. Ik voelde me als anders dan anderen, niet beter maar anders. Dat uitte zich vooral in mijn kleding; ik droeg vaak vreemde ongebruikelijke combinaties”.
En als jong volwassene: “Mijn aandacht ging vooral uit naar de beeldende kunst. Ik verslond kunstrecensies in de krant en bezocht in mijn eentje musea en galerieën. Wat zou ik zelf graag mooie dingen maken, maar voor mijn gevoel kwam ik niet verder dan kopiëren, werk van anderen naäpen dus. Vooral de Vanitas schilderijen fascineerden me.

Aha, weer een paar signalen: meer alleen, dan met anderen; afgunst; gevoel voor dramatiek.  Samen diepen we het verder uit en komt zij tot een conclusie: “Dit is dus mijn persoonlijkheid, en daar passen die voorkeuren en emoties bij”. De puzzlestukjes vallen op hun plek , stevig als een pak bevroren sneeuw op de buitentafel. Nu kan zij verder werken aan haar persoonlijke ontwikkeling, noem het groei naar harmonie en vrede met zichzelf en haar omgeving.

Meer weten:
Op mijn website vind je onder Levenskunst meer over het Enneagram, de mogelijkheid van een type-interview en workshops. Er zijn veel boeken over geschreven, vooral die van Riso & Hudson, kan ik van harte aanbevelen.